Onlangs kreeg ik de vraag voorgelegd wat de bedrijfsfraudevooruitzichten voor 2025 zijn. Een vraag die goed past bij het einde van het jaar waarin we het leven vieren, tijd nemen voor contemplatie en vooruitkijken naar wat het volgend jaar ons brengen zal. Maar ook een lastige vraag: ik ben geen helderziende en bovendien een slecht voorspeller. Ik zal dan ook nooit gokken en inzetten op de uitkomst van de verkiezingen of op de uitslag van een voetbalwedstrijd. Dat zou weggegooid geld zijn dat door mij beter aan goede doelen kan worden besteed. Met mijn (bescheiden) beleggingen behaal ik ook al geen hoog rendement, waarbij ik opmerk dat ik in crypto’s geen enkel vertrouwen heb en de koers van de bitcoin onderwijl record na record breekt.
Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) buigt zich regelmatig over de vraag hoe criminaliteit zich gaat ontwikkelen. Een vraagstuk dat van belang is voor de inzet van (schaarse) middelen, de capaciteit van politie en justitie is immers beperkt. Het WODC maakt daarbij gebruik van het Prognosemodel Jusititie (PMJ). Helaas is de voorspellende kracht van dit model op de (middel)lange termijn niet groot. Zo blijkt de afwijking na het eerste jaar ongeveer 8 %, voor drie jaar vooruit is de gemiddelde voorspelfout 20 % oplopend naar een kleine 60 % voor een zevenjaarstermijn. Ik trek uit die cijfers twee conclusies. Ten eerste dat de voorspelkracht het eerste jaar relatief groot is. Ten tweede dat het (daarom) zinvol is om jaarlijks een prognose op te stellen, zodat veranderingen in het criminaliteitsbeeld op de voet kunnen worden gevolgd en de te nemen maatregelen daarop kunnen worden afgesteld. Naast de twee conclusies die ik trek, is mijn hypothese dat het criminaliteitsbeeld niet snel veranderd omdat de veranderingen in het beeld binnen een jaar relatief gering zijn.

Ik waag mij dus maar niet aan groteske voorspellingen over het bedrijfsfraudebeeld in 2025. Je hoeft ook geen futuroloog te zijn om in te zien dat bedrijfsfraudedelicten een blijvertje zijn. Hebberigheid, geldzucht en fraude zijn immers van alledag. In 2025 (en nadien) zullen we daarom alert moeten blijven op frauderisico’s en dient fraudepreventie op de agenda van bestuurders en commissarissen te (blijven) staan. Waar zij kennis op dat gebied ontberen, is het verstandig om zich te laten voorlichten en bijstaan door accountants, fraudeonderzoekers, juridisch specialisten en/of een fraudeverzekeraar.

Traditionele fraudevormen zullen blijven bestaan. Bijvoorbeeld de greep in de kas of de diefstal van goederen door personeel. Fraude met onjuiste declaraties. Oplichting door derden, bijvoorbeeld in de vorm van nepfacturen of directiefraude. Het verkrijgen van kick backs door inkopers en aanbestedingsfraude keren telkens terug. Zakendoen met andere culturen en het buitenland brengt corruptierisico’s met zich mee.

Maar ook het management kan over de schreef gaan. Commissarissen en toezichthouders dienen daar alert op te zijn. Bijvoorbeeld als het gaat om de zogeheten management override, waarbij het management een loopje neemt met de maatregelen van administratieve organisatie en interne beheersing. Het plegen van belastingfraude, zoals omzetafroming, zwarte loonbetalingen en dubieuze fiscale constructies. Verslaggevingsfraude door de cijfers in de jaarrekening of in financieringsaanvragen bij de bank bewust te rooskleurig voor te stellen.

Steeds vaker worden ondernemingen ook het slachtoffer van cybercriminaliteit zoals identiteitsdiefstal, hacking (met losgeld eisen) en phishing.

Twee voorspellingen waar ik mij wel aan durf te wagen betreffen greenwashing en de toepassing van artificial intelligence (AI). Greenwashing is wat mij betreft dé fraude van de toekomst. Nu veel organisaties naast een jaarrekening ook een rapportage over niet-financiële informatie moeten gaan opstellen en deze door accountants voorlopig slechts van een verklaring met een beperkte mate van zekerheid worden voorzien, valt veel ‘creativiteit’ van betrokkenen te verwachten. Creativiteit in de vorm van (te) positieve verhalen over de prestaties op het gebied van ESG-onderwerpen, oftewel: Environment, Social & Governance (veelal samengenomen onder de term duurzaamheidsverslaggeving).

Daar waar bewust een onvolledige, onjuiste of misleidende voorstelling van zaken wordt gegeven is al snel sprake van fraude in de vorm van greenwashing. Ondernemingen die op ESG -terrein al ver voorliggen op hun concurrenten zullen in de verslaggeving juist op de rem kunnen trappen door niet al hun prestaties en vorderingen op dit terrein te melden. Door dit ‘onderrapporteren’ kunnen ze ‘de extra lucht die ze al hebben’ opgebouwd er in de komende jaren uit laten lopen. Dit noemen we brownwashing en is te vergelijken met de zogeheten ‘cookie jar reserves’ in de financiële verslaggeving.

Daarnaast wijs ik op het toenemende risico dat gepaard gaat met de sterke opkomst van AI. Het toenemend gebruik van AI leidt tot aanvullende frauderisico’s. Het zal met name nog moeilijker worden om nep van echt te onderscheiden. Fraudes kunnen geavanceerder worden, detectie zal worden bemoeilijkt. De hiervoor genoemde vormen van cybercriminaliteit zullen nog gemakkelijker uitgevoerd kunnen gaan worden.

Tot slot wijs ik op het onderwerp en delict witwassen. De opbrengsten van fraude (zoals in de hiervoor genoemde vormen) zijn uit misdrijf afkomstig en kunnen dus worden witgewassen. Ook dat onderwerp verwijst derhalve alertheid. Hoewel ik in deze geen voorspelling durf te doen constateer ik dat ondernemingen steeds vaker gebruik maken van Private Equity (PE) in plaats van de meer traditionele bancaire financieringsvormen. Maar waar komt het PE-geld precies vandaan? Valt de herkomst daarvan goed aan te tonen? Betreft dat een legale herkomst?

Traditionele verschijningsvormen van fraude blijven bestaan, zij het dat deze steeds verfijnder, geavanceerder en geraffineerder zullen worden. Maar in feite betreft het vaak ‘oude wijn in nieuwe zakken’. Zo is greenwashing een vorm van verslaggevingsfraude en krijgt cybercriminaliteit door de opkomst van AI nieuwe dimensies.

In deze bijdrage gaat het mij dan ook niet zozeer om (het voorspellen van) nieuwe fraudevormen. Het gaat mij vooral om het belang van het benadrukken dat frauderisico’s continu alertheid vereisen. Dat fraudepreventie noodzakelijk is en dat frauderisico-analyses moeten worden onderhouden en geactualiseerd. Hou het onderwerp binnen de onderneming levend door het bespreekbaar te maken en te houden. Ga zo nu en dan eens te rade bij experts zoals accountants, forensisch onderzoekers, juridisch specialisten en een fraudeverzekeraar. Want dat fraude jouw bedrijf in de toekomst eens zal raken, dat durf ik dan weer wél te voorspellen. Fraude heeft altijd toekomst!

fraude-trend-rapport